De spaartaks is van tafel

In 2022 zou er een nieuwe regeling komen voor de vermogensrendementsheffing op spaargeld. Volgens Staatssecretaris Hans Vijlbrief waren de huidige plannen niet reëel, er werd namelijk een hoog fictief rendement opgelegd aan beleggingen terwijl spaargelden werden ontzien. Dit zou juridisch gezien snel weerlegd kunnen worden.
Inhoudsopgave
Huidige vermogensrendementsheffing
Op dit moment wordt spaarders en beleggers in box 3 hetzelfde rendement toegerekend. Er wordt vanuit gegaan dat zowel spaarders als beleggers een fictief jaarlijks rendement halen. Het percentage van dit fictieve rendement hangt af van de hoogte van het vermogen. Met een laag box 3 vermogen wordt er vanuit gegaan dat er meer geld op de spaarrekening staat, terwijl met een hoog vermogen meer in beleggingen zal zitten. Zie ook onderstaande tabel voor de percentages fictief rendement. Verder is er een vrijstelling (voor 2020: € 30.846 per persoon), deze wordt eerst van het totaal vermogen afgetrokken voordat het fictieve rendement en de belasting worden berekend.
Voorbeeld: Heb je €10.000 euro boven de vrijstelling (dus €40.846) aan netto vermogen (dus vermogen minus schulden), dan zou je hierover €178,90 rendement hebben behaald volgens de belastingdienst. Over deze €178,90 ben je vervolgens 30% belasting verschuldigd. Tijdens je inkomstenaangifte wordt voor box 3 dus €178,90 x 30% = €53,67 in rekening gebracht.
Eerdere plannen voor hervorming van vermogensrendementsheffing
De plannen die nu door Hans Vijlbrief van tafel worden geveegd zouden er voor zorgen dat spaarders minder belasting hoefden te betalen. De spaarrentes staan immers al jaren enorm laag (bijna 0%). Het zou voor de belastingdienst dus niet reëel zijn om te zeggen dat over spaargeld 4% rendement is gemaakt.
Vanaf 1 januari 2022 zou er dus een onderscheidt gemaakt gaan worden tussen sparen en beleggen. Spaartegoeden zouden dan worden belast met 0,09% , waar beleggingen worden belast met 5,33%. Tevens zouden schulden niet meer kunnen worden afgetrokken van je vermogen, maar mag je hiervoor 3,03% van de totale schuld in mindering brengen op het fictief rendement in box 3. Ook zou het heffingsvrij vermogen vervallen wanneer het vermogen boven de circa €30.000 uitkomt, maar komt er een korting van €400 op de totale vermogensrendementsheffing voor in de plaats.
Door deze wijzigingen had ik eerder besloten het terugbetalen van mijn studieschuld stop te zetten, het is immers voordeliger om schuld te hebben (3,03% in mindering) en vervolgens het geld op de spaarrekening te laten staan (0,09% fictief rendement) dan om het af te lossen (3,03% – 0,09% = 2,94% in mindering brengen wordt misgelopen door aflossing).
Impact op de FIRE gemeenschap
Door de hervorming in 2022 zou het dus aantrekkelijker worden om spaartegoeden aan te houden en nadelig om te beleggen. En dat zou voor de FIRE gemeenschap natuurlijk niet goed uitpakken. Een hogere belastingdruk zorgt immers voor minder netto rendement, waardoor er meer geld belegd zou moeten zijn om FIRE te halen en de tijdslijn om financieel onafhankelijk te worden verlengd zou worden.
Waarom is de vermogensrendementsheffing hervorming van 2022 van tafel?
Het antwoord op deze vraag blijft nogal vaag. Er worden geen details genoemd, alleen dat het huidige voorstel juridisch gezien “snel kapotgeschoten zou zijn”. Daarnaast is het plan naar de politieke mening van Vijlbrief “oneerlijk”. Het verschil in fictief rendement tussen sparen en beleggen zou te groot zijn. Deze zomer wordt meer duidelijk over het juridisch advies over de toepassing van de huidige voorstellen (die nu dus van tafel zijn).
En wat gebeurt er nu?
Deze zomer komt er nog een simpeler voorstel voor de korte termijn, een oplossing voor de lange termijn laat nog even op zich wachten.
Wel is er gesproken over het verhogen van de vrijstelling. Deze bedraagt voor 2020 nog €30.846 maar zou wel eens aanzienlijk verhoogd kunnen gaan worden. Lage vermogens zouden meer worden ontzien van vermogensrendementsheffing. Dit is erg gunstig voor iedereen die aan het begin van zijn financiële onafhankelijkheid reis staat.
Het reële rendement van vermogen belasten zou onuitvoerbaar zijn. De belastingdienst kan de rendementen op beleggingen lastig achterhalen. Er zal dus naar verwachting gewerkt blijven worden met een fictief rendement.
Wat er de komende tijd gaat veranderen blijft dus nog gissen. Wel is duidelijk dat de plannen waarschijnlijk gunstiger zullen gaan uitvallen voor (kleine) beleggers.
Bert
juni 29, 2020 @ 6:35 pm
Komen zeker verkiezingen aan. Hahaha