Beleggen in obligaties bij een lage rente

Je hebt het al wel gemerkt op je spaarrekening. De rentes staan al een paar jaar enorm laag. Er is veel meer geld beschikbaar dan dat er risicoarme investeringsopties zijn. Dit komt met name door quantitative easing. Dit heeft ook effect op de rentes en rendement bij obligaties. Hoe gaat het met beleggen in obligaties bij een lage rente?
Inhoudsopgave
De top reden om wel te beleggen in obligaties
De belangrijkste reden om te beleggen in obligaties is omdat ze weinig risico geven. Dit is voornamelijk het geval bij staatsobligaties welke een goede rating hebben. (Wil je zelf staatsobligaties aankopen via DeGiro? Lees dit artikel!). Overheden staan bekend als instanties welke een stabiel inkomen kunnen genereren, denk aan het heffen van belastingen. Dit geeft de belegger in staatsobligaties meer zekerheid op dat hij/zij het geld wat is uitgeleend weer terugkrijgt.
Het grootste risico bij beleggen in obligaties is dat diegene aan wie het geld is uitgeleend niet aan zijn betalingsverplichting kan voldoen. Dit kan zowel betrekking hebben op de rente als op de nominale waarde van de obligatie. Dit risico verschilt per uitgever van de obligatie en wordt ook wel het kredietrisico genoemd.
Bij onrust op de aandelenmarkt wordt vaak sneller teruggegrepen naar obligaties. Vaak zie je dan ook dat wanneer de aandelen het slecht doen, er een klein plusje staat bij obligaties. Dit effect zorgt ervoor dat vele grote beleggers een percentage van de beleggingsportefeuille in obligaties hebben zitten.
Bij het herbalanceren van de portefeuille kunnen in dit geval obligaties worden verkocht om goedkoop aandelen aan te kopen. Immers, de waarde van obligaties was omhoog gegaan terwijl de waarde van de aandelen was gedaald. Stel je gaat uit van 20% obligaties en 80% aandelen. Om deze verhouding te kunnen behouden zul je in dit geval obligaties verkopen en aandelen aankopen. Herbalanceren gebeurt over het algemeen een paar keer per jaar.
Het effect van lage rentes op het rendement van obligaties
De rentes op spaarrekeningen en de rentes welke worden gegeven op de obligaties staan in verband met elkaar. Waarom zou je als bedrijf of overheid nog steeds hoge rentes moeten betalen terwijl het marktgemiddelde enorm laag is? Dit is vaak alleen het gevolg van meer risico. Net zoals bij beleggen staat ook bij obligaties het risico gelijk aan rendement. Hoe meer risico, hoe hoger het rendement.
Marktrente en credit rating
Bij de bepaling van de prijs van een obligatie wordt er gekeken naar verschillende factoren. De looptijd is belangrijk, aangezien de huidige waarde de toekomstige geldstromen vertegenwoordigd. Ook spelen hierbij de marktrente en de credit rating van de uitgevende partij een grote rol. De rating geeft aan hoe groot de kans is dat de uitgevende instantie (bedrijf of overheid) de nominale waarde van de obligatie gaat terugbetalen, het vertegenwoordigd dus het kredietrisico. Daarnaast is het inzicht in hoeveel de obligatie uitkeert aan rente (=couponrente) in verhouding tot het gemiddelde in de markt belangrijk. Dit wordt vaak gedaan aan de hand van de Euribor (binnenkort Ester).
Wanneer de marktrentes laag staan, zal de uitgevende instantie ook weinig rente vergoeden over de obligatie. Het zou immers gek zijn om meer te betalen, terwijl je ergens anders minder hoeft te betalen. Hoe dichter de couponrente bij het marktgemiddelde ligt, hoe dichter de prijs van de obligatie bij de nominale waarde zal liggen.
Rendementsbepaling obligaties
Bij de uitgifte van obligaties, en ook daarna tijdens de reguliere handel in obligaties, wordt telkens de afweging gemaakt in hoeverre de couponrente in lijn ligt met de marktrente. Hierop wordt de prijs van de obligatie bepaald. Wanneer de rente omlaag gaat, is de couponrente over de reeds uitgegeven obligatie relatief gezien hoger geworden. Dit zal een positief effect hebben voor de prijs van de obligatie. Het tegenovergestelde effect zie je bij een stijgende rente.
Daarnaast is het rendement van een obligatie natuurlijk ook de zelf rente welke periodiek wordt uitgekeerd. Als het goed is, zijn deze rente-uitkeringen al berekend in de prijs van de obligatie. Zo betaal je mee aan het rendement wat je gaat krijgen, minus een risico opslag voor het kredietrisico wat je loopt.
Het effect van lage rentes op obligaties
Wanneer de rentes laag staan, is ook het rendement op obligaties laag. Dit is onder andere het probleem met het huidige pensioenstelsel wat rekent met lage marktrentes. Daarnaast zie je de rente dus al terug in de prijs van de obligatie. Na aankoop zullen alleen schommelingen in de marktrente nog kunnen zorgen voor extra rendement. Eigenlijk is beleggen in obligaties dus een soort van gokken op het kredietrisico van de instelling en op de toekomstige rentebewegingen.
Verwacht je een rente stijging? Koop dan niet!
Wanneer de marktrente stijgt, dan wordt de rente over de huidige uitgegeven obligaties relatief minder waard. Dit leidt tot een prijs daling van de obligaties. Zie je dus in de toekomst een stijging van de rente voor je, dan is het niet verstandig om te beleggen in obligaties, aangezien ze minder waard zullen worden.
Waarom staan de rentes zo laag?
Nog even kort een uitleg waarom de rentes op dit moment zo laag staan. Dit is allemaal terug te herleiden naar de financiële crisis van 2008. Tijdens de financiële crisis stond de financiële sector erg onder druk. Er werd gespeculeerd dat de euro zou vallen, of zelfs het gehele financiële stelsel binnenkort niet meer zou bestaan. Daarnaast was de impact zo groot, dat ook de economieën er erg onder te leidden hadden. De risico’s op het uitlenen van geld namen toe, immers, tijdens slechte economische tijden kan het maar zo dat een bedrijf omvalt. Dit zorgde voor risico opslagen op de rentes die banken vroegen in ruil voor een lening.
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het mandaat om op de middellange termijn een inflatie van 2% na te streven. Dit kan ze doen door de hoeveelheid euro’s die in omloop zijn te vergroten. Voor inflatie is lichte economische groei nodig, maar tijdens de financiële crisis was deze groei er niet of was er zelfs een recessie (negatieve groei).
Een manier voor de ECB om deze groei weer aan te wakkeren is om de hoeveelheid geld te verhogen. Dit verlaagt de rentes, aangezien aanbod van geld nu hoger wordt dan de vraag naar geld. Hierdoor worden bedrijven gestimuleerd om te investeren. Daarnaast verlaagde de ECB ook zijn overnight deposit facility interest rates (sinds 18 september 2019 op -0,5%), dit is de rente welke financiële instellingen betalen voor het stallen van geld bij de ECB (onder Basel 3 zijn banken verplicht een gedeelte van hun kapitaal overnight te stallen bij de ECB). Hierdoor worden banken gedwongen zo weinig mogelijk geld te stallen bij de ECB, aangezien dit ze alleen maar geld kost.
Quantitative easing
De hoeveelheid geld vergroten heeft de ECB met name gedaan door quantitative easing. Hierbij werden obligaties opgekocht, hetgeen het geld in de markt vergoot en daardoor rentes verlaagt. Dit jaagt de investeringen en consumptie aan, wat goed is voor de economie.
Het idee achter quantitative easing was om geld te pompen in economieën welke zwaar getroffen waren door de financiële crisis. Hierdoor zou de economie gestimuleerd worden, waardoor de recessie minder zwaar zou worden. Nederland was hier niet zo’n voorstander van, het zou juist slecht zijn voor onze economie, welke het tijdens de financiële crisis best goed bleef doen.
Het resultaat van quantitative easing was dat het geld voornamelijk uit de zuidelijke landen richting noord Europa vloeide, daar was het risico immers een stuk lager. Hierdoor ontstond er onder andere in Nederland een overschot aan geld. Dit drukte de rentes en heeft ook geleid tot de huizenprijsbubbel die zich de afgelopen jaren (na 2012) heeft ontwikkeld.
Quantitative easing was eerst bedoeld voor een periode van maart 2015 tot september 2016. Dit programma duurde uiteindelijk tot eind 2018. Na een korte stop van een jaar is de ECB in november 2019 weer begonnen met een quantitative easing programma. Inmiddels is het quantitative easing programma alweer verlengd, nu met name vanwege COVID.
Beleg ik zelf in obligaties?
In juni 2019 ben ik gestopt met beleggen in obligaties. Dit heeft twee voornaamste redenen. Ten eerste is mijn beleggingshorizon lang, heel erg lang. Ik ben inmiddels 30, maar hoop dat mijn beleggingen de rest van mijn leven mee zullen gaan. Als we kijken naar de gemiddelde leeftijdsverwachting van een vrouw van mijn leeftijd, dan ligt dit rond de 84 jaar. Nu hebben al mijn opa’s en oma’s de leeftijd van 85 bereikt (en ze leven allemaal nog), dus eigenlijk verwacht ik wel ouder te worden. Maar toch, 54 jaar is ook al een lange beleggingshorizon.
In deze lange beleggingshorizon zullen er zoveel prijsschommelingen in de aandelenmarkt zijn, dat deze gezamenlijk elkaar opheffen. Zeker in combinatie met de producten waarin ik beleg (ETFs met een goede spreiding), verwacht ik dat mijn beleggingsportefeuille alleen maar zal blijven groeien.
Ik zie het nut van herbalanceren tussen obligaties en aandelen niet zo. In dat scenario hou ik toch voor X% aan obligaties aan, iets wat gemiddeld een veel lager rendement heeft dan aandelen. Waarom zou ik specifiek kiezen voor minder rendement terwijl het risico op mijn beleggingen in aandelen op de lange termijn ook laag is? Daarnaast denk ik ook: “How low can they go?”. Ik zie de rentes op de lange termijn niet veel meer dalen, en dus zou ik verzekerd zijn van een prijsverlies. Mijn keuze viel dus voor meer risicovol en daarmee meer waardeschommelingen, maar op de lange termijn een stuk hoger rendement.